Schrijfwedstrijden

Wedstrijdverhalen

We hebben met meerdere schrijfwedstrijden mee gedaan, met als resultaat een heel rijtje boeken waar een verhaal van ons in staat.

Een er van:

Derde rij, vierde tent

Derde rij, vierde tent. Als een mantra laat Jolinde dit door haar hoofd heen gaan. Derde rij, vierde tent. Voor de zekerheid kijkt ze nogmaals op de papieren die ze bij de receptie heeft gekregen.

De Nederlands sprekende dame van de receptie heeft op de plattegrond van de camping met een gele markeerstift aangegeven hoe ze bij haar tent moet komen. ‘Kijk mevrouw’ zei ze ‘zodra u bij dit hoekje bent ziet u de kant en klare bungalowtenten staan, ze zijn rood-blauwgeblokt, kan niet missen. Dan neemt u de derde rij, daar gaat u linksaf en dan de vierde tent. Alles staat voor u klaar, inclusief wat proviand voor de eerste dag, zoals afgesproken. Fijne vakantie!’

Jolinde gaat vol goede moed naar haar auto, die op de parkeerplaats moet blijven staan. Als ze haar bagage eruit haalt schrikt ze. Hoe krijgt ze alles lopend mee naar haar tent? Eén koffer propvol , een boodschappentas met boeken, een krat met levensmiddelen en nog allerlei los spul dat ze op de achterbank heeft gegooid. Even staat ze te twijfelen. Wat nu? Als Rob er nog bij was geweest zou dit niet gebeurd zijn, bedenkt ze zich. Die wilde altijd alles netjes in koffers of tassen. Even schiet er een gevoel van verlorenheid door haar heen. Ze voelt haar tranen prikken. Een relatie van acht jaar poets je niet zomaar weg. Snel slikt ze de brok in haar keel weg en vermant zich. Eigen schuld, dan loop je maar twee keer, zegt ze tegen zichzelf. Ze neemt mee wat ze kan dragen en gaat op pad. In de verte ziet ze de rijen rood-blauwgeblokte tenten staan. Het lijken wel soldaten die in het gelid staan, denkt ze. Ze wordt er vrolijk van. Oké, kom op Jolinde, je gaat hier iets van maken: derde rij kijk daar is het en nu op naar de vierde tent.

Toch wel wat gespannen ritst ze de tent open, ze ziet een klein voorstukje met een keukentje, en daarachter wat slaapcabines. Dat ziet er gezellig uit. In één staat een tweepersoonsbed, daar gooit ze haar slaapzak op. Haar spullen zet ze in de andere cabine. Zo, rits weer dicht, ziet niemand de rommel. Als ze ook de tassen uit de auto heeft gehaald, kijkt ze om zich heen. Wat moet ze nou gaan doen? Ze is nog nooit alleen met vakantie geweest. Het verloren gevoel borrelt weer op. Even wil ze alles weer in de auto gooien en terug naar huis rijden. Nee, berispt ze zichzelf, hier blijven we niet in hangen Ik trek mijn bikini aan en ga in die tuinstoelen in de zon zitten en een plan maken, zegt ze tegen zichzelf. De zon is heet, langzaam trekt er een loom gevoel door haar benen. Ze doezelt langzaam weg. Het gesprek met haar moeder komt boven drijven:

‘Jolinde, je bent nog nooit alleen weg geweest. Wacht nou tot papa vakantie heeft dan gaan we met zijn drieën’

‘Nee joh mam, deze tent is al een half jaar geleden besproken. Rob en ik zouden samen gaan. Zonde van het geld om af te zeggen! Rob en zijn nieuwe vlam willen er niet naar toe, dus ik ga. Ik ben nu alleen en daar moet ik maar aan wennen.’

Een uurtje later wordt ze verkwikt wakker. Op naar het zwembad, denkt ze. Ze pakt haar handdoek en boek. De plattegrond van de camping gebruikt ze voor deze zekerheid als boekenlegger. Derde rij, vierde tent herhaalt ze nog eens.

Bij het zwembad zoekt ze een schaduwplekje, installeert zich en pakt haar boek. Vanachter haar zonnebril scant ze al het mannelijk schoon. Mmm, er lopen wel mooie mannen rond. Haar blik trekt naar een groep mannen, die in het water met een bal speelt. Net als ze wil gaan lezen, voelt ze dat er naar haar gekeken wordt. Ze kijkt om en ziet de mooiste ogen die ze ooit gezien heeft. Haar hart slaat even op hol. Ze voelt dat ze een kleur krijgt. Wat een leuke vent, flitst het door haar heen. Ze volgt hem terwijl hij met een sierlijke duik het zwembad in springt. Tegelijkertijd voelt ze zich schuldig. Het is nog maar vier weken uit met Rob…. en nu kijkt ze naar een ander…. De rest van de middag kan ze het niet laten iedere keer die mooie ogen te zoeken. Het brengt haar bloed aan het borrelen. Ze durft verder niets te ondernemen. Het blijft bij kijken. Als ik nou met hem eens een praatje kon maken, verzucht ze. Tegen etenstijd besluit ze naar de tent te gaan. Derde rij, vierde tent, denkt ze.

Na een uitgebreide douche, springt ze in haar nieuwe zomerjurk en loopt naar de bar. Daar bestelt ze een pizza met een biertje. Onwillekeurig kijkt ze of die mooie ogen er ook zijn. Best spannend eigenlijk. Iets verderop aan de bar staat een groep Nederlandse leeftijdgenoten. Ze roepen dat ze bij hen aan de bar moet komen zitten. Aarzelend doet ze dat. Op de vraag wat ze wil drinken antwoordt ze ‘doe maar iets fris, ik heb al bier op.’ ‘Kom op joh, doe gezellig mee, het is toch vakantie!’ roept een van de jongens. En omdat ze er toch wel bij wil horen neemt Jolinde een wijntje, en nog één en nog één. Het wordt een leuke avond met veel lachen en dansen. Als de bar sluit, is ze flink aangeschoten. Rob zou me hier nu eens moeten zien, flitst door haar heen. Waar staan die soldaten ook alweer?

O ja, Vierde rij, derde tent. Vierde rij, derde tent. Ze zingt het als een liedje terwijl ze naar de tent wankelt. Daar aangekomen waggelt ze naar binnen. Ze gooit haar kleding uit en kruipt in bed. Half versuft realiseert ze zich dat er iemand naast haar ligt: ‘hé Rob, ben je toch gekomen? Fijn’ mompelt ze en stort in een diepe slaap.

De volgende morgen voelt ze een dreunende hoofdpijn en tegelijkertijd het warme lichaam dat naast haar ligt. Ze ruikt de heerlijke aftershave die Rob gebruikt en kruipt nog eens lekker tegen hem aan. Fijn dat hij zich bedacht heeft. Ze heeft zich in geen vier weken zo ontspannen gevoeld. Met haar ogen dicht luistert ze half doezelend naar de Franse stem die aan de andere kant van het tentdoek haar aandacht trekt. Rare, maar mooie taal toch, dat Frans. Ineens realiseert ze zich dat deze stem wel heel dichtbij is. Praat Rob nou Frans tegen haar? Ze opent haar ogen en kijkt om zich heen. Ze ziet dat het keukentje op een andere plek staat dan gistermiddag. En ook haar koffer staat niet waar hij zou moeten staan. Dan kijkt ze opzij en kijkt recht in die mooie ogen van gisteren! Verward vraagt ze zich af wat er vannacht is gebeurd en hoe deze man in haar bed terecht is gekomen. Onwillekeurig voelt ze aan haar lijf en slikt: ze heeft alleen een slipje aan!

‘Bonjour mademoiselle,’ zegt de mond die bij die ogen hoort. En daarna stort hij een vloedgolf van Franse woorden over haar uit.

Een gevoel van paniek flitst door Jolinde heen. Waar zijn haar spullen? Wat is er gebeurd? Wat zegt deze man allemaal? Ze probeert het te verstaan en voelt tranen haar ogen in schieten.

‘Ik weet niet waar ik ben,’ stamelt Jolinde, ‘en ik versta je ook niet.’

‘Ah mademoiselle, u spreekt Nederlands’ zegt de man met een Frans accent maar goed te verstaan. ‘wat doet u in mijn bed? Niet dat ik het erg vind mademoiselle’ zegt hij met een knipoog.

‘Eh’ Jolinde is sprakeloos ‘ik ben naar de vierde rij, derde tent gelopen, daar verblijf ik de komende twee weken.’

‘Dit is mijn tent, vierde rij, derde tent’, lacht de man ‘hebben we samen een tent?’ Weer die knipoog.

Ineens weet Jolinde wat er mis is gegaan. Derde rij, vierde tent, derde rij, vierde tent. Ze voelt zich rood worden. Even aarzelt ze, dan kijkt ze hem aan en beantwoord zijn knipoog met een glimlach.


Reviews

RiNi Pietersen

Google Reviews
4.5